‘Ik was niet dakloos, maar had ook geen thuis’
Sterk
‘Ik ben altijd een buitenbeentje geweest, anders dan de rest,’ vertelt Nathalie (20). ‘Toen mijn ouders scheidden ben ik supersnel zelfstandig geworden. Ik zorgde al voor mijn zusje; boterhammen smeren en dat soort dingen. En ik hoorde dan wel van buren die bij ons langskwamen om te kijken of het goed ging, dat ze me op een wiebelend krukje zagen staan roeren in een hete pan met soep. Ik was toen een jaar of zes.’
Als we vertellen dat Nathalie twintig jaar is, in een kinderopvang en een snackbar werkt en haar vrije tijd graag op het volleybalveld doorbrengt, dan klinkt dat als een situatie als ieder ander. Toch is de aanloop hier naartoe een flinke beproeving geweest. Dat maakt het uniek dat ze de sleutels van haar eigen huis kreeg. Nathalie: ‘En het voelt ook echt al thuis.’
Het verhaal van Nathalie:
Misschien ging je zelf op je achttiende uit huis om te studeren en op kamers te wonen, maar hoe anders is dat voor iemand die uit een gezin komt waar geen vader of moeder is om voor je te zorgen? ‘Eigenlijk is dat voor mij altijd normaal geweest’, vertelt Nathalie. ‘De situatie van mijn ouders was niet goed. Ze zijn gescheiden toen ik nog heel jong was. In die tijd woonde ik bij mijn moeder, maar dat ging niet goed. Ze kreeg een psychose en een depressie. Dus ze moest op een gegeven moment worden opgenomen. Eerst in een gesloten afdeling, later op een open afdeling. Dat is twee keer gebeurd; een keer in Zeist en een keer in Assen. Toen ze de eerste keer werd opgenomen werden we naar mijn vader gebracht, maar omdat hij er niet zo veel vanaf wist kwam dat vrij plotseling voor hem. We zijn toen twee weken bij hem gebleven, totdat we weer bij mijn moeder konden wonen.’
‘Het beste voor mij was dat ik bij mijn vader zou blijven, want anders zou ik te veel voor mijn moeder en kleine zusje moeten zorgen.’
Verandering is constant in het leven van Nathalie. ‘Een paar weken nadat we bij mijn moeder waren, ging het weer niet goed en zijn we teruggegaan naar mijn vader. Daarna was er een flinke rechtszaak over waar wij moesten verblijven. Het beste voor mij was dat ik bij mijn vader zou blijven, want anders zou ik te veel voor mijn moeder en kleine zusje moeten zorgen. Die rol moest ik niet krijgen. Maar ook bij mijn vader ging het niet altijd goed, vooral omdat er alcohol in het spel was. Toch blijf je als kind altijd wel loyaal aan je ouders. Ik dus ook, eigenlijk tot ik achttien werd. Kort daarna gebeurde er weer iets. Dat was voor mij de druppel waardoor ik dacht: ‘ik wil hier weg’.’
Maar waar ga je naartoe als je niet bij je ouders terechtkunt? Nathalie: ‘Uiteindelijk ging ik naar mijn opa en oma en logeerde ik daar een tijdje. Ik had toen ook nog contact met een sociaal werker, vanwege die echtscheidingsrechtszaak. Zij was ingeschakeld omdat ik al boven de achttien was, dan mag een casemanager niet helpen. Zij adviseerde InsightOut, zo kwam ik terecht bij Tine (begeleider bij Wender). Ik vertelde mijn verhaal en zij bekeken de situatie om te beoordelen of ik voorrang kon krijgen voor een huisje.’
Via de woningbouw krijgt Nathalie uiteindelijk met voorrang een huisje. ‘Ik woonde in Leek en kon gewoon reageren op huizen. Maar ik stond zo kort ingeschreven dat de kans natuurlijk klein was dat ik ook echt iets zou krijgen. Toen heeft Richard (begeleider bij Wender) het geregeld met woningbouwcorporatie Wold&Waard. Ik ben dus nooit dakloos geweest, maar een echt ‘thuis’ had ik ook niet. Ik vind het heel heftig dat ik bijna een jaar bij mijn opa en oma woonde, want eigenlijk kon dat ook niet. Dat was lastig. Gelukkig kwam Tine wekelijks langs om te vragen hoe het met me ging en of ik ergens hulp bij nodig had, bijvoorbeeld de financiën.”
InsightOut is een onderdeel van Wender voor jongeren tussen de 18 en 27 jaar die dakloos zijn, of dreigen te worden. Wender helpt hiermee jongeren in de gemeente Westerkwartier, provincie Groningen, aan een woning en zorgt voor begeleiding. Nathalie: ‘Ik vind het goed dat het er is. Want er zijn genoeg mensen die eenzaam zijn en überhaupt geen familie hebben. Dus ik ben blij dat er dan zo’n organisatie is die mensen zoals ik helpt. En dat wil niet zeggen dat het altijd lukt, maar meestal wel, en ze doen hun best. Dat is fijn. De hulp stopt ook niet als je een huisje krijgt. Dan volgt er nog een soort jaarcontract waarin je begeleid wordt. Want stel er zijn dingen niet goed gegaan, dan kunnen zij jou weer de goede weg ophelpen. Tine zegt ook altijd; ‘we spreken nu een keer in de twee weken af, omdat het jaar bijna afgelopen is. Dus we bouwen het af. Maar als je me extra nodig hebt dan moet je me gewoon een appje sturen en dan kijk ik of ik plek heb’.’
‘Mensen vinden het heel heftig omdat ik een vrolijk meisje ben, dat verwachten ze niet als ze zo’n verhaal horen.’
In een periode waarin je geen eigen thuis hebt, is steun van je omgeving ontzettend belangrijk volgens Nathalie: ‘Ik had toen gewoon school, dus je hebt altijd je klasgenoten waarbij je je veilig voelt. En ik had ook vrienden waar ik het goed mee kon vinden en waarmee ik praatte over mijn situatie. Toch vonden zij het soms lastig, maar dat geeft niks, want gewoon een luisterend oor is al heel fijn. Ik heb geen negatieve reacties gehad. Mensen vinden het vooral heel heftig omdat ik een vrolijk meisje ben, dat verwachten ze niet als ze zo’n verhaal horen. Ze vinden het sterk dat ik dat heb overleefd. Maar voor mij was het ook echt overleven en dat doe je gewoon, want je kan niet anders. Ik wil ook graag tegen mensen die in dezelfde situatie zitten zeggen dat ze altijd hulp moeten zoeken. Want dat is best wel een ding, heel veel mensen willen dat niet. Hulp zoeken heeft mij in ieder geval sterker gemaakt, omdat ik veel reacties heb gekregen en leerde beseffen dat het echt niet een normale situatie was.’