‘Oma zei altijd: je moet wél gezond blijven eten’
LIEF
Als jongeman verhuisde Ali (52) van Curaçao naar Nederland. Een sterke vent, maar psychische problemen sloopten hem. Z’n relatie liep stuk, werken ging niet meer, er waren verdovende middelen. Zo kwam het dat Ali in 2006 op straat belandde. Dankzij Wender heeft hij weer een dak boven z’n hoofd: ‘Ik wil nooit weer buiten slapen.’
‘Ik ben geboren in een dorpje op Curaçao. Ik was 28 toen ik naar Nederland verhuisde. Eerst naar Tilburg, bij mijn zus. Later bij mijn broer. Ik woonde een tijdje samen met een vriendin. Ja, ik ben zelfs vader geworden… Een zoontje…. Ik had toen werk bij een bakker, maar er waren problemen. Mijn hoofd is soms onrustig, weet je.’
‘Mijn vriendin en ik gingen uit elkaar. Ik ging bij m’n moeder in Groningen wonen. Dat was lastig. Heel lastig. Ik rookte wel eens wat. Had geen werk. En in mijn hoofd ging het niet goed. Toen ik niet meer bij mijn moeder terecht kon, kwam ik op straat terecht. Soms was er geen plek bij de nachtopvang, dan moest ik buiten slapen. Ik heb daar hele slechte dingen meegemaakt.
In de winter had ik overal pijn. Pijn in mijn lijf, pijn in mijn hoofd. Ik had een hemd, twee truien, een dikke jas en handschoenen. Maar ik had het zo koud… Toen ben ik opgenomen. In een kliniek. Gelukkig hoefde ik daarna niet meer naar de straat. Ze zeiden dat ik bij Wender kon wonen. Samen met Tineke heb ik de gordijnen uitgezocht: hele mooie met grote bloemen. Ik houd van kleur.’
Ik ben blij dat ik een eigen kamer heb. Dat is beter. Mijn begeleiders Willie en Nova komen elke week bij mij langs. Ze praten over hoe het gaat. Ze doen ook de brieven en het geld. Met Willie heb ik vorige week een nieuwe fiets gekocht. De oude was al een tijdje kapot. Nu hoef ik niet meer te lopen.’
‘Ik kan de recepten van mijn oma weer koken. Gewoon, in mijn eigen keuken.’
‘Ik kan nu weer koken. In mijn eigen keuken. Gerechten uit mijn land. Dat heb ik geleerd van mijn oma. Ali, je moet altijd gezond eten. Ik houd van soep. Van zoete aardappelen of pompoen. Of van okra. Ken je dat? En heb je wel eens varkensstaart gegeten? Nee…. Moet je proberen. Dat komt ook uit Curaçao. Zo lekker.’
Ik ben wel veel moe. Dat komt door de medicijnen. Het lukt mij daarom niet om naar het werk te gaan. Dat is lastig. Willie heeft wel een plan. Ze wil met mij kijken voor nieuw werk.
Maar, misschien wil ik eerst weer sporten. Dat heb ik vijftien jaar niet gedaan. Vroeger deed ik dat veel. Hardlopen op de band. Soms vijf kwartier achter elkaar. Je moet sporten hè. Dat is goed. Van sporten word je fit en leef je langer. Misschien word ik dan minder moe. En kan ik misschien weer aan het werk… ’